Doortrekkende en overwinterende watervogels

Van oktober tot maart tellen vrijwilligers elke maand de watervogels op Linkerscheldeoever. Het INBO telt wekelijks het aantal ganzen.

Er zijn instandhoudingsdoelstellingen voor 16 soorten doortrekkende en overwinterende watervogels. 

Voor sommige watervogels zijn de doelstellingen in het S-IHD-besluit omschreven op het niveau van de wintergemiddelden, voor andere vogels op het niveau van de wintermaxima.

In de periode oktober-maart tellen vrijwilligers in het midden van elke maand de watervogels in de overwinteringsgebieden op Linkerscheldeoever: Prosperpolder, Doelpolder (Noord en Midden), de Arenbergpolders, Putten West, Putten Weiden, Putten Plas (tot winter 2015-2016), Drijdijck, Spaans Fort, Verrebroekse Plassen, Steenlandpolder, Rietveld Kallo, Groot Rietveld, Vlakte van Zwijndrecht, Grote Geule, Kanaaldok, Verrebroekdok en de site Deurganckdok (tot winter 2013-2014).

Dat gebeurt in het kader van de Vlaamse Watervogeltellingen. Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) slaat de cijfers op in de Watervogeldatabank. 

Daarnaast voert het INBO sinds de winter van 2004-2005 wekelijks tellingen van ganzen uit om de resultaten van de maandelijkse tellingen te verfijnen. Voor de grauwe gans, de kolgans en de kleine zwaan gebruiken we die gegevens.

Totaal aantal broedparen - wintermaxima

Totaal aantal broedparen - wintergemiddelden