Polders

Rond de natuurgebieden van Linkerscheldeoever liggen de uitgestrekte Wase polders. Landbouw is hier de hoofdfunctie, maar de natuur stopt niet aan de grenzen van natuurgebieden: veel planten- en diersoorten zijn ook in deze polders terug te vinden. Sommige zijn typische ‘landbouwsoorten’, die goed gedijen in akkers, op bermen of langs grachten. Heel wat vogelsoorten foerageren hier, enkele onder hen broeden hier ook. Landbouw is de hoofdfunctie in de polders, maar ook in de polders ligt veel potentieel om de doelsoorten uit het instandhoudingsbesluit te ondersteunen. Om de mogelijkheden voor een natuurinclusievere landbouw algemeen te verkennen, schreven we een ‘grensoverschrijdende beheervisie' uit voor de polders of ‘de buitenschil’ van het grenspark Groot Saeftinghe.  

Doel
1500ha bijkomend foerageergebied voor bruine kiekendief

Soorten van dit leefgebied

Doortrekkers & Overwinteraars

In gebieden waar de landbouw erg geïntensifieerd is, zien we een negatieve trend voor een aantal typische landbouwsoorten. Dat komt in de eerste plaats door een gebrek aan voedsel. Monoculturen op grote oppervlaktes herbergen doorgaans geen voedselpiramides meer: wat leeft of groeit buiten de doelteelt, krijgt weinig kansen. Dat zie je in het foerageergedrag van roofvogels die enkele decennia geleden wel nog, maar nu veel minder boven deze landbouwgebieden jagen. De daling van het aantal kiekendieven is hier een schoolvoorbeeld van. Aangezien de polders geen natuurgebied zijn, worden ze ook niet als zodanig gemonitord. Op Prosperpolder Zuid is dat anders, omdat de overheid deze gronden verwierf met het oog op een natuurinrichting. Die plannen zijn door de schrapping van het GRUP Zeehavengebied Antwerpen niet doorgegaan. Prosperpolder Zuid is dus een landbouwgebied gebleven. Landbouwers bewerken de gronden hier kosteloos en doen aan natuurinclusieve landbouw. In Prosperpolder Zuid leven veel veldmuizen, vooral in de randen van het gebied. De aantallen daalden weliswaar sinds de omvorming naar natuurinclusieve landbouw, omdat de ‘graanachtige’ teelten verdwenen. Maar in vergelijking met eender welke andere polder zitten hier nog altijd veel muizen, en dus komen er bruine kiekendieven jagen. Onder meer een van de gezenderde mannetjes van het Galgenschoor doet dit gebied dagelijks aan. Jagende kiekendieven worden ook geregeld gespot in de zuidelijke Doelpolder en in de hoek van de Nieuw-Arenbergpolder tegen de haven. Die zone vormt samen met MIDAS, C59, het Doeldok en De Putten een groot aaneengesloten open gebied met voldoende prooidiversiteit. Andere delen van het poldergebied worden heel weinig bejaagd, zelfs die met een ‘geoptimaliseerd’ foerageergebied. Ze worden in de wintermaanden wel gebruikt door blauwe kiekendieven. Een gelijkaardig situatie doet zich voor bij de blauwborst. De meeste broedgevallen zien we in het minder intensief gebruikte Prosperpolder Zuid. Daarbuiten is er alleen een betekenisvolle concentratie blauwborsten in het deel van de Doelpolder met de meeste graslanden en rietkragen. De dichtheden zijn evenwel veel lager dan in de natuurgebieden.

Beheer en aanbevelingen

Inrichtings- en omvormingsbeheer De polders hebben in de eerste plaats een agrarische functie. Maar dat sluit de realisatie van natuurdoelen niet per definitie uit. Om de mogelijkheden te verkennen, werkten we een ‘grensoverschrijdende’ beheervisie uit voor de polders of ‘de buitenschil’ van het Grenspark Groot Saeftinghe. Enkele grote lijnen van de beheervisie:

  • Inzetten op een open landschap: rond en nabij leefgebieden van grondbroeders (zoete en zilte natuurweiden, riet en water …) verwijderen we waar mogelijk opgaande elementen en bomen en vermijden we dat het landschap verdicht. Zo beschermen we grondbroeders voor roofdieren en krijgt de bruine kiekendief meer mogelijkheden om te foerageren.
  • Inzetten op meer foerageergebied voor bruine kiekendief: de bruine kiekendief heeft nood aan meer foerageergebied in de vorm van vlakdekkende kiekendiefvriendelijke teelten en lijnvormige grazige of ruige elementen, zoals rietkragen en poldergrachten of bloemrijke dijken in de buurt van zijn broedgebied. Instrumenten die we daarvoor ter beschikking hebben zijn beheerovereenkomsten, dienstenvergoedingen en het inzetten van grondenbankpercelen in het kader van het decreet Landinrichting.
  • Een kwalitatief beheer van de percelen ‘ecologisch waardevolle polder’ in het noordelijke deel van de Nieuw-Arenbergpolder.

Aanbevelingen Om het instandhoudingsdoel voor de bruine kiekendief te bereiken (28 tot 33 broedparen op Linkerscheldeoever), is nog 1000 tot 1500 hectare foerageergebied in landbouwgebied nodig. Daarom wordt in de polders een uitgebreid programma aan kiekendiefvriendelijke maatregelen uitgerold. Ook andere soorten die hier leven, profiteren daarvan.