Dit leefgebied bestaat uit slikken met veel lage eilandjes (tot 30 cm boven waterhoogte) en slikranden. Er is veel ondiep water (2-15 cm) met een zachte, kleiige, slibrijke bodem. De eilanden hebben kenmerken van zandige strandvlaktes, primaire duintjes en schelpenrijke, hoger gelegen delen van schorren en kwelders. Ze liggen in een open landschap dat moeilijk bereikbaar is voor grondpredatoren. Idealiter is binnen het gebied de volledige gradiƫnt van ondiep water naar slik tot hoog schor aanwezig. Net als rietschor en begraasd schor kan dit leefgebied beschouwd worden als het Europees habitattype 1330 Atlantische schorren (Glauco-Puccinellietalia maritimae).
Soorten van dit leefgebied
Evaluatie en trends
De oppervlakte estuariene of getijdennatuur ligt nog veel te laag om de doelen te kunnen halen. Zeker als grondpredatoren zoals de vos een bijkomend probleem vormen voor grondbroeders, zoals de bruine kiekendief.