Natuurdoel
Wintergemiddelde individuen
Wintermax: individuen [t]Ander:
Evaluatie en trends
De oppervlakte van dit habitattype ging er tussen 2010 en 2020 op achteruit. We halen het instandhoudingsdoel nog niet. Het natuurgebied Putten Weiden is het laatste goed ontwikkelde binnendijkse zilte grasland in de regio. Slechts een beperkt deel van de oppervlakte van dat gebied is effectief zilt grasland, type 1330. De oppervlakte daarvan daalde tussen 2010 en 2018 met 28 procent. De belangrijkste oorzaak is de onvoldoende gecontroleerde afvoer van hemelwater. Daardoor is een deel van de zilte vegetatie afgestorven en overgegaan in slik- en pioniersvegetatie en wordt een deel van het zilte grasland verdrongen door uitbreidend riet.
Beheer en aanbevelingen
Om een goede lokale staat van instandhouding te bereiken, moet de hydrologie in functie staan van de zilte vegetaties. Dat betekent dat er een voldoende zoutgehalte moet zijn afkomstig van zilte kwel. Er zijn structurele optimalisatiewerken nodig om de afvoer van het hemelwater en het peilbeheer beter onder controle te houden. Een aanzienlijk deel van Putten Weiden is te hoog om onder invloed van zilte kwel te staan. Inrichtingswerken kunnen die situatie verbeteren. Een gevarieerde grasmat met verschillende vegetatietypes met zoutplanten en open plekken en voldoende microreliëf moet tot een goed ontwikkelde horizontale structuur leiden. De vegetatie bestaat uit sleutelsoorten als stomp kweldergras, zilte schijnspurrie, bleek kweldergras, zilte rus, melkkruid, gewoon kweldergras, schorrenzoutgras en dunstaart. Om verruiging tegen te gaan, is voldoende begrazing nodig.