Scholekster

In 2022 bedroeg het aantal broedterritoria 81, waarvan er zich 33 in de compensatiegebieden voor Deurganckdok bevonden. De compensatiedoelstelling voor Deurganckdok is hiermee niet behaald. Voor deze soort zijn er geen instandhoudingsdoelstellingen.

De aantallen van Scholekster blijven stabiel in het Linkerscheldeoevergebied. De soort heeft een ruim verspreid leefgebied waardoor die als enige steltloper geen duidelijke dip kende in 2020. Het verlies aan broedgebied door de verdere ontwikkeling van het havengebied wordt momenteel gecompenseerd in de beveiligde weidevogelgebieden. Daar zien we nu weer de aantallen van ‘vroeger’. 

Zowel in veilige weidevogel- als ‘strand en plas’- gebieden zal Scholekster steeds in lage, maar aanhoudende aantallen voorkomen. Daarnaast is het ook een soort die kan broeden op haveninfrastructuur, steenslag of daken. Dit op voorwaarde dat er geschikte foerageerhabitat in de nabijheid is, zoals grasstroken of bijvoorbeeld het scheldeslik. Kunstmatige broedplaatsen, die veiligheid bieden voor grondpredatoren en havenactiviteiten, zouden hier en daar nog de populatie kunnen versterken.  Deze broedplaatsen kunnen gecreëerd worden in de vorm van nestbakken, grindlaag op lage daken of zand- of kiezelstroken binnen concessies.

De scholekster toont aan dat weidevogels goed reageren op de elektrische rasters die we geplaatst hebben. Het belang van de omrasterde gebieden zal voor hen nog stijgen. De scholekster heeft heel wat territoria in het ontwikkelde havengebied (daken, spoorwegen, parkings …). Het is de enige steltloper die nog belangrijke aantallen haalt in het havengebied. Heel wat hoeken en kanten waar de vogels de voorgaande jaren gebruik van maakten, zijn ondertussen ingenomen. Met wat specifieke aandacht voor nestgelegenheid blijft er voor deze soort ruimte in het geïndustrialiseerde deel van Linkerscheldeoever. Dat kan gaan van het verzekeren van de nodige rust tot de inrichting van een geschikte nestplaats op daken of het plaatsen van verhoogde nestbakken.