Vleermuizen

Voor vleermuizen is het havengebied vooral een foerageergebied. Voortplantingskolonies vind je doorgaans buiten de haven. Het is dus niet alleen belangrijk dat er goede foerageermogelijkheden zijn in het havengebied, maar ook dat die goed met elkaar en met de kolonieplaatsen buiten de haven verbonden zijn. Vleermuizen foerageren vaak langs of boven waterpartijen, langs gebouwen en bomenrijen … De plasgebieden op Linkerscheldeoever, het Spaans Fort en de Nieuwe Watergang zijn plaatsen die ze in de winter vaak opzoeken. Het vleermuizenonderzoek spitst zich niet toe op het monitoren van populaties, maar op het verzamelen van gegevens om bij landschapsveranderingen adequaat met deze soortengroep rekening te kunnen houden. Een goede kennis van waar in het havengebied welke soorten worden aangetroffen, is daarbij cruciaal. Het Instituut Voor Natuur- en Bosonderzoek verzamelde per soort informatie over de verspreiding in en rond de haven in de periode 2004-2020. Het gaat om de gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis, kleine dwergvleermuis, watervleermuis, meervleermuis, franjestaart, Brandts vleermuis, laatvlieger, rosse vleermuis, bosvleermuis en grootoorvleermuis.

Linkerscheldeoever is over het algemeen een goed foerageergebied voor veel vleermuissoorten, omdat er veel plasgebieden zijn. Een goede verbinding tussen de foerageergebieden, vooral in de noordelijke gebieden, blijft een belangrijk aandachtspunt.